De botter werd gebouwd door Cornelis de Haas in Monnickendam als de MK58. De heren E.C. Zeeman en C. de Groot hebben als eerste eigenaren hun vaartuig als MK58 op 5 December 1911 laten inschrijven in het Centrale Register voor Vissersvaartuigen. In 1914 hebben ze het schip verkocht aan de heer Oost te Harderwijk en op 2 Juni 1914 heeft hij het schip verkocht aan Klaas “van Scherp” (Poppen) te Harderwijk, die het liet inschrijven onder HK46. In 1948 werd het schip verkocht aan Jan (“de Rooie”) van den Berg te Genemuiden, die het liet inschrijven onder GM12. In 1960 werd het schip door “de Rooie” verkocht als pleziervaartuig.

Het verhaal wordt bevestigd door het Directoraat-Generaal van de Voedselvoorziening en de Visserijen, ir. H.A.M. van Erp, te Amsterdam. Het is samengesteld uit brokstukken van een geschiedenis gereconstrueerd uit verhalen van oude vissers in Zuiderzeehavens. Het beste deel wat betrouwbaarheid betreft, werd geleverd door Martin “van Klaas van Scherp”, zoon van de vroegere visser, te Harderwijk, die als jongen nog bij zijn vader had gevaren. Ook de oude Balk te Elburg, die het schip gedurende de tijd dat het als HK46 voer in onderhoud had, heeft veel waardevolle feiten bijgedragen. Hij is het ook geweest, die de eerste niet-visser eigenaar heeft aangeraden het schip in het “ijzer” te zetten tot behoud van het schip bij betrekkelijk gering gebruik. Na grondige reparatie heeft Balk dit karwei uitgevoerd. Later is het ijzer weer verwijderd en is de botter weer in oude glorie hersteld.

Bouwjaar	1911	Ontwerper:	K.C. de Haas
Werf:	K.C. de Haas	Werf plaats:	Monnickendam
Motor:	Mercedes	Motor type:	OM615
Materiaal romp:	Eikenhout	Materiaal kajuit:
Materiaal zeil:	Clipper canvas
Onderwaterschip:		Kiel:
Lengte stevens:	13,50 m	Breedte berghout:	4,00 m